Vaak geloven mensen het niet als ik het vertel: dat ik vroeger veel last had van sociale faalangst. Voor mij voelde dat als een constante druk om het goed te doen. Veel fotografen herkennen dat gevoel: die voortdurende vraag of je werk wel goed genoeg is, en of jij wel goed genoeg bent als fotograaf. Vandaag vertel ik mijn verhaal en hoe ik hierdoor groeide als fotograaf: van bang zijn om gezien te worden, naar écht durven zien.
Laten we teruggaan naar het begin…
Ik zie haar nog zitten: dat meisje in de brugklas. Schouders een beetje opgetrokken, bang om iets verkeerd te zeggen. Altijd oplettend en bewust van wat ze doet, altijd bezig met wat anderen van haar zouden vinden. In haar hoofd een stroom aan gedachten: “wat vinden ze van me, zeg niets verkeerd, val niet op, doe het goed.”
Dat meisje, dat was ik.

Ik was voortdurend bezig met wat anderen van me vonden. Ik wilde het graag goed doen, graag gezien worden, maar voelde me ergens het veiligst als ik onzichtbaar bleef. Die angst werd niet door anderen gevoed; deze zat al in mij. Ik droeg het overal mee naartoe. Sterker nog: het bepaalde wat ik deed, hoe ik dacht en hoe ik me voelde. Het maakte me onzeker en afhankelijk van bevestiging van buitenaf. Maar in het onderwijs begon er langzaam iets te verschuiven.
Voor de klas voelde ik voor het eerst dat ik van betekenis kon zijn. Niet omdat ik alles perfect deed, maar omdat ik er écht was. Aandachtig. Oprecht.
Mijn gevoeligheid, die ik jarenlang als last zag, bleek juist mijn kracht te zijn. Ik kon afstemmen, aanvoelen, zien wat iemand nodig had. En dat gaf rust.
Een kwaliteit die later onmisbaar bleek in mijn werk als fotograaf.

Als iemand mij vroeger had verteld dat ik later grote gezinnen en families zou begeleiden tijdens fotoshoots, had ik waarschijnlijk mijn hoofd geschud. En als je had gezegd dat ik hele bruiloften in mijn eentje zou fotograferen? Onmogelijk.
En toch is dat precies wat ik nu doe.
Achter mijn camera ontdekte ik iets belangrijks: mijn gevoeligheid is geen zwakte maar het is mijn manier van kijken. Het is wat mijn beelden uniek maakt. Ik observeer, voel, zie wat er onder de oppervlakte gebeurt. Daardoor kan ik in mijn fotografie momenten vastleggen waarin mensen zichzelf herkennen.
Tijdens mijn shoots merk ik keer op keer hoeveel die gevoeligheid waard is.
Het zijn die kleine signalen die een gezins- of familieshoot, als je het mij vraagt, méér maken dan een moment voor de camera. Het wordt een herinnering. Eentje waarin iedereen zichzelf mag zijn, zonder druk, zonder moeten.
Kortom: de angst voor oordelen, die onzekerheid, die zoektocht naar bevestiging? Die zijn er zeker nog… Maar ze lopen niet meer voorop. Of zoals Elizabeth Gilbert in het boek: Big Magic schrijft: ze mogen mee op reis, maar bepalen niet de richting.
Juist dat gevoelige stuk in mij maakt mijn foto’s tot wat ze zijn: beelden die niet alleen laten zien, maar vooral laten voelen.
Dat is het inzicht dat ik iedere fotograaf gun: dat hetgeen wat je eerst klein houdt, later je grootste kracht kan worden.
Misschien herken jij iets in dit persoonlijke, als fotograaf.
Je voelt veel, je kijkt scherp, en soms lijkt dat eerder een last dan een talent.
Maar wat als dat precies jouw kracht is? Jouw gevoel, jouw onzekerheid en jouw zachte blik zijn niet iets om te verbergen: het is wat jou als fotograaf uniek maakt.
In mijn mentorsessies begeleid ik fotografen om niet alleen techniek en stijl te ontwikkelen, maar ook te leren vertrouwen op hun eigen blik. Hiermee kun je jouw unieke stijl en visie ontwikkelen, zodat je vol vertrouwen en rust gaat fotograferen.
Wil je groeien als fotograaf, in zelfvertrouwen én in jouw manier van werken?
Stuur me een berichtje, dan denk ik graag met je mee.